Berekening mobiliteit PC 124 - bouw

Hoe wordt de mobiliteitsvergoeding in PC 124 - bouw vastgesteld? Hieronder vind je de samenvattende overzichten.

Bouwarbeiders (PC 124)

Een bouwarbeider heeft recht op twee mogelijke vergoedingen voor de afstand die hij aflegt voor zijn woon-werkverkeer: een mobiliteitsvergoeding en een vergoeding voor verplaatsingskosten.

Mobiliteitsvergoeding

De mobiliteitsvergoeding wordt aan de arbeiders uitgekeerd op basis van het totale aantal daadwerkelijk afgelegde kilometers per dag. Voor dagen waarop de totale afstand minder dan 10 kilometer bedraagt, is de werkgever niet verplicht om een vergoeding te betalen. Het maakt niet uit of de werknemer met eigen vervoer of met het vervoer van de werkgever reist. Alleen voor woon-werkverplaatsingen per trein is er een afzonderlijk bedrag van 0,0870 euro per kilometer, zoals vermeld op de treinkaart of https://www.belgiantrain.be/nl, beschikbaar.

Sinds december 2019, met aangepaste bedragen vanaf 1 september 2023, zijn er verhoogde mobiliteitsvergoedingen mogelijk wanneer bouwarbeiders met een bedrijfswagen naar de werkplaats/werf gaan:

• Chauffeurs met passagier(s) hebben recht op een mobiliteitsvergoeding van 0,1579 EUR per kilometer (bedrag geldig vanaf 1 mei 2020). Deze mobiliteitsvergoeding is uitzonderlijk geldig vanaf de eerste kilometer, zelfs wanneer de totale afstand per dag minder dan 10 kilometer bedraagt.
• Chauffeurs zonder passagier(s) hebben recht op een mobiliteitsvergoeding die, afhankelijk van de afstand, tussen 0,1000 EUR/km en 0,1261 EUR/km ligt (bedragen geldig vanaf 1 september 2023).
• Passagiers ontvangen een mobiliteitsvergoeding die, afhankelijk van de afstand, tussen 0,0619 EUR/km en 0,0868 EUR/km ligt (bedragen geldig vanaf 1 december 2019).

Vergoeding verplaatsingskosten voor woon-werkverkeer

Als de arbeider zelf verantwoordelijk is voor de verplaatsing, of een deel daarvan, van thuis naar het werk en terug, ontvangt hij een vergoeding om deze kosten te dekken. Deze vergoeding wordt berekend op basis van het totale aantal kilometers per dag en is afhankelijk van het vervoermiddel dat de werknemer gebruikt.
Er zijn twee tabellen beschikbaar, Tabel A voor woon-werkverplaatsingen met de trein en Tabel B voor woon-werkverplaatsingen met andere vervoermiddelen dan de trein.
Let op, de bedragen voor verplaatsingskosten met de trein zijn gebaseerd op de kilometers vermeld op de treinkaart, of te vinden op https://www.belgiantrain.be/nl, en dit voor een enkele reis.
De verplaatsingskosten voor woon-werkverkeer met andere vervoermiddelen dan de trein zijn gebaseerd op het totaal aantal werkelijk afgelegde kilometers heen en terug.
De verplaatsingskosten worden in beide tabellen vermeld als een weekbedrag en kunnen dus gedeeld worden door 5 om een dagbedrag te verkrijgen.

Wanneer een arbeider voor zijn woon-werkverkeer, waar hij zelf in voorziet, verschillende vervoermiddelen combineert op één dag, moet hij de verplaatsingskosten afzonderlijk berekenen. Dit betekent dat hij een optelling maakt van de kilometers die onder Tabel A vallen en de kilometers die onder Tabel B vallen. Het aantal kilometers voor de berekening van de mobiliteitsvergoeding kan per dag totaal opgeteld worden.

Fietsvergoeding

Als een arbeider het woon-werktraject, of een deel daarvan, met de fiets aflegt, ontvangt hij hiervoor een vergoeding van 0,29 EUR per kilometer. Er is geen minimumafstand per dag vereist. Het wordt wel verwacht dat hij het kortste traject neemt. Voor dit traject moet er naast de fietsvergoeding geen mobiliteitsvergoeding worden uitgekeerd.
De fietsvergoeding die van toepassing is op PC 124 wordt in de CAO van 26 juni 2023 niet meer als een bedrag vastgelegd. Het wordt vanaf 1 september 2023 gelijkgesteld aan de vergoeding die in de cao 164 van de NAR is vastgesteld. Dit bedrag is vanaf 1 januari 2025 geïndexeerd naar 0,29 EUR/km (+0,01 EUR).

Welke verplichtingen zijn er nog voor bouwondernemingen met betrekking tot verplaatsingen?

• De werkgever is verplicht om maandelijks een detailoverzicht aan de arbeider te verstrekken met de berekeningen per dag van de mobiliteitsvergoeding. De werkgever kan hiervan worden vrijgesteld door een overeenkomst met de syndicale afvaardiging of, indien van toepassing, via een individuele overeenkomst met de arbeider.
• Een arbeider die op jaarbasis (januari-december) een mobiliteitsvergoeding ontvangt voor in totaal 30.000 km of meer, heeft recht op een “mobiliteitsdag”. Dit aantal km is van toepassing vanaf 1 september 2023; eerder was het grensbedrag per jaar vastgesteld op 43.000 km.
• Er moet, in overleg met de syndicale afvaardiging en desgewenst met de arbeiders, een mobiliteitsplan worden opgesteld. Hierin worden de woon-werk/werfverplaatsingen uitgewerkt.